NA DE GROTE TREK of HET BEGIN VAN HET GELOOFSEIZOEN (door Jan de Jongh)



Vanaf de schepping wordt in veel kerken begin september het winterseizoen met enige fanfare geopend. In de zomer lijkt het of niet alleen de gelovigen afwezig zijn, maar dat ook de Eeuwige bij voorkeur vertoeft in evangelisatietenten op de camping en aan verre stranden. Er worden zelfs kerken tijdelijk gesloten wegens gebrek aan belangstelling. Preekstoelen worden zo nodig met ondersteuning van de koster beklommen door ouden van dagen. In veel studentenpastoraten wordt lange tijd niet gevierd en Oosterhuis doet de Rode Hoed op zondag enkele maanden af. Het is een merkwaardig verschijnsel, te meer daar men zegt, dat de meeste tweeverdieners vijfmaal per jaar vakantie houden en een groot aantal bejaarden de winter doorbrengt in wat aangenamer streken aan de kust van het Iberisch schiereiland. De kerk gaat dan met de AOWers mee in de persoon van emerituspredikanten, die seniorengemeenten oecumenisch geestelijk bijstaan. Maar ondanks vakantiespreiding en –vermenigvuldiging begint als vanouds in september het geloofsseizoen. lees verder